In het kort

Voor het uitbreken van de coronacrisis zuchtte de Amsterdamse binnenstad onder de toestroom van toeristen.

Stadsplanoloog Zef Hemel presenteerde vorig jaar zijn toekomstvisie aan burgemeester Halsema die hierop een antwoord moet bieden.

De binnenstad moet zijn functie als ontmoetingsplaats van Amsterdammers terugwinnen.


FD, Job Woudt, 10-7-2020
Op de klinkers van de Leidsestraat klinkt opeens het vertrouwde geluid van de rolkoffer. Trrrrrrrrrrrrr. Trrrrrrrrrrrrr. Trrrrrrrrrrrrr.

Het is begin juli, meer dan drieënhalve maand na het uitroepen van de lockdown. De eerste toeristen melden zich in Amsterdam, maar de binnenstad is nog zo goed als leeg. Een goed moment voor een stadswandeling met Zef Hemel, hoogleraar grootstedelijke vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam.

Hemel geldt als een gezaghebbende planoloog. In oktober 2019 presenteerde hij in opdracht van burgemeester Femke Halsema zijn toekomstvisie voor 2040. Titel: Een nieuwe historische binnenstad. Het document leest als een poging om de opmars van de rolkoffer te stuiten en de binnenstad weer terug te geven aan de bewoners van Amsterdam, die haar de afgelopen maanden duidelijk niet in groten getale hebben herontdekt.

Tijdens de wandeling laat Hemel zien waar de kansen liggen en wat de bedreigingen zijn. Het massatoerisme vormt de bedreiging, zoveel is zeker.

Er is, meent Hemel, een kans om van het centrum weer een levendige ontmoetingsplaats te maken voor burgers en bedrijven. 'De toekomst van bedrijven is onzekerder dan ooit, de gemiddelde levensduur is nog nooit zo kort geweest. Ze bestaan bij de gratie van innovatie. Die kun je alleen bereiken door veel ontmoetingen te hebben. Dan moet je op de plek zitten waar het gebeurt. Dat is onmiskenbaar in het voordeel van steden als Londen, Parijs en Amsterdam.'

'I Amsterdam' als selfie-hotspot

Op het terras aan het Kleine-Gartmanplantsoen, vlak bij het Leidseplein, begint de hoogleraar eerst met een soort college. 'Ik houd het mijn studenten ook voor: internet is de aanjager van het toerisme in de stad. Opeens hadden we geen reisbureaus meer nodig; we gingen zelf online boeken en stapten in het vliegtuig.'

Schiphol kreeg een pier voor budgetmaatschappijen. De gemeente stimuleerde de uitbreiding van het aantal hotelbedden, eerst binnen maar later ook buiten de ringweg. De sociale media gaven de beslissende zet. 'Het is geen toeval dat de letters “I Amsterdam” op het Museumplein het strijdtoneel werden van de gemeentelijke politiek. Citymarketing werd aanvankelijk uitgelachen om die letters. Maar na de komst van Instagram werd het een van de toeristische hotspots in de stad, net als de Wallen en de rondvaartboot. De mensen kwamen niet voor het Rijksmuseum, maar voor een selfie bij die letters.'

Kortom: het liep storm in het hart van Amsterdam. Op iedere honderd Centrum-bewoners telde de gemeente vorig jaar 21 hotelgasten. Het totaal aantal overnachtingen in de stad verdubbelde vanaf 2012 bijna tot 15,6 miljoen vorig jaar. Het winkelaanbod verschraalde; nog meer kledingketens en toeristenwinkels.

Toch is Amsterdam geen Venetië. Hemel: 'Er zijn 110.000 banen in de binnenstad. Een belangrijk deel ervan zit tegenwoordig in de tech en bij culturele instellingen. Toerisme levert slechts een fractie van het aantal banen op, en dan nog is het merendeels seizoenswerk.'

'We moeten meer tuinieren'

Maar de binnenstad vergt wel groot onderhoud. Wat te doen? 'We moeten gaan tuinieren', filosofeert Hemel in zijn toekomstvisie. Zorg voor meer rust in de openbare ruimte, zodat het daar voor omwonenden weer prettig toeven wordt. En de binnenstad moet werk maken van haar functie als ontmoetings- en verzamelplaats voor de burgers. De toerist kun je verleiden om meer buiten de binnenstad zijn heil te laten zoeken, doceert Hemel. De Zuidas zou hier de aangewezen locatie voor zijn, met een dag- en avondprogrammering en spraakmakende architectuur.

Een bouwvakker verstoort luidruchtig de uiteenzetting. Tijd dus om te wandelen. Het enorme buitenterras van coffeeshop The Bulldog is leeg bij gebrek aan voldoende toeristen. Hemel wijst op de City-bioscoop, Paradiso, de Stadsschouwburg en debatcentrum De Balie. Cultuur vormt wat hem betreft de basis voor een vitale binnenstad.

Hij maakt zich zorgen over al die instellingen aan het plein. 'Gaan zij het redden? Met deze crisis wordt het bloedjelink voor de cultuur. De bezuinigingen onder Halbe Zijlstra (VVD-minister van cultuur in het eerste kabinet-Rutte, red.) dreunen nog na. Deze crisis kan het genadeschot zijn. Wat blijft er dan nog over van deze omgeving?'

Cultuur en tech als droomhuwelijk

Vooral de combinatie van tech en cultuur blijkt onverwacht sterk, meent Hemel. San Francisco vaart er bijvoorbeeld wel bij, net als Los Angeles, de filmstad die zich heeft getransformeerd tot hightech entertainmentstad. Amsterdam past ook in dat rijtje, met zijn internetknooppunt, de data-sciencekennis op de universiteiten en het prettige leefklimaat voor jonge, ambitieuze 'techies'.

Moeiteloos somt Hemel het rijtje met grote bedrijven op die Amsterdam hebben uitgekozen als vestigingslocatie: Booking, TomTom, Uber, Netflix, Adyen. De laatste gaat in de winkelpanden van het failliete warenhuis Hudson's Bay zitten. Een hoopvol signaal, meent de planoloog.

De Leidsestraat in, met links en rechts eerst de fastfoodrestaurants, gevolgd door flagshipstores, zoals die van Hugo Boss of Abercrombie & Fitch. In het oude Gerechtshof - intussen verkast naar een locatie aan het IJ - komt het zoveelste hotel. De oude bibliotheek even verderop ging het gebouw al voor.

De rechterlijke macht, de universiteit, het openbaar bestuur, andere bedrijvigheid dan die voor de toerist: ze zorgen voor ontmoetingen, voor diversiteit, en laten een historische binnenstad ademen. Ook de kerken - Amsterdam telt er in de binnenstad 35, met fors teruggelopen bezoekersaantallen - horen erbij. 'Waarom stel je deze kerken niet open voor de vele gelovigen uit Amsterdam-Zuidoost? Zo trek je de Amsterdammers van buiten weer de stad in.'

Moderne pelgrimage

De Heiligeweg komt in zicht. Van de zeventiende-eeuwse grachtengordel belandt de wandelaar in de middeleeuwse stad. Toegangspoort voor pelgrims die in een ver verleden het toen nog katholieke Amsterdam aandeden. 'In 1400 was de helft van de stad hotel. Je sliep in de kloosters. Het toerisme van nu is de pelgrimage van toen, inclusief de souvenirs. Zelfs de looproutes zijn deels vergelijkbaar.'

Laatst bezocht Hemel het Anne Frank Huis, een vast nummer voor de hedendaagse pelgrim. De lange rij toeristen voor de ingang was dankzij de lockdown verdwenen, De stadsplanoloog maakte van de gelegenheid gebruik, net als meer Amsterdammers. Het viel hem niet mee. 'De routing is helemaal ingericht op het verstouwen van grote groepen, die even het Achterhuis willen zien. Alle authenticiteit is er verloren gegaan.'

We steken via de Kalverstraat door richting Rokin, flink onder handen genomen door het stadsbestuur, met een grote ingang van de Noord-Zuidlijn. 'Het mist de allure van de Spaanse Trappen', grapt de hoogleraar, wijzend op de dominantie van de GVB-trambaan. 'In Franse steden rijden ze bijvoorbeeld een stuk eleganter.'

Even verderop moet het beter gaan. Daar liggen het voormalige Binnen Gasthuis, dat de Universiteit van Amsterdam ombouwt tot campus voor de Faculteit der Geesteswetenschappen, de Universiteitsbibliotheek, de bestuurszetel en het Allard Pierson Museum. De voormalige ziekenhuispaviljoens krijgen een nieuwe jeugd.

Een landschapsarchitect is aan de slag gegaan met de bestrating en aangename looproutes. Er komt meer groen beschikbaar. Dit is wat Hemel bedoelt met tuinieren in de binnenstad. 'Dit wordt een plaats voor rust en contemplatie, op een centrale plek in de binnenstad. Maar vanzelf is de ontwikkeling niet gegaan. Daar heb je alle hulp van de gemeente voor nodig. Je moet de bewoners zien mee te krijgen en de universiteit moet natuurlijk ook willen.

Veilig rondje op de Wallen

Via het rustige deel van de Oudezijds Achterburgwal naar de Wallen. 'Ach, dat probleem van de ongewenste prostitutie lost zich daar vanzelf op. Internet bestaat bij de gratie van seks. Deze sector gaat over de kop. De gemeente heeft al veel ramen weggehaald. Het is een veilig rondje geworden voor de toerist. Eigenlijk een soort Anne Frank Huis.'

In de Damstraat lopen weer wat toeristen, ze eten in Asiadam, Gipsy King of CAU Steak restaurant of ze kijken in de etalage van de souvenirwinkel, tegenwoordig ook gevuld met badeendjes. 'Steak, pizza en badeendjes: een beetje ranzigheid hoort bij de stad.' Daar is de Dam, eindpunt van de wandeling. Een groepje Palestijnen demonstreert, de Bijenkorf is open, mensen hangen als vanouds bij het Nationaal Monument.

Het Koninklijk Paleis heeft de deuren weer geopend voor bezoekers - wel een kwartier van tevoren reserveren. 'Het toch een beetje een toeristisch ding. Beatrix heeft ooit een goede aanzet gegeven maar het paleis mist nu een publieke en politieke functie. Alle aanleiding voor de koning om iets eraan te doen', suggereert Hemel. 'Bij de Nieuwe Kerk die ernaast ligt, hebben ze dat beter begrepen. Daar organiseren ze tentoonstellingen en bijeenkomsten.'

Crisis als kans

In zijn binnenstadvisie van oktober 2019 besluit de planoloog met de mogelijkheid dat Amsterdam wordt getroffen door een economische crisis. 'Prijsdalingen van het vastgoed, leegstand van winkels, het instorten van de toeristenmarkt, ze bieden ook kansen', schrijft hij, niet wetende dat vijf maanden later de grachten verlaten zouden zijn, de hotels uitgestorven en de meeste winkels in de binnenstad gesloten. Nu zegt hij: 'Het kan niet mooier, het is Bijbels.'

Maar hoezo kansen? De coronacrisis doet de burger nu al veel pijn en de economische schade loopt op. Amsterdam heeft de toerist hard nodig. Nee, zegt Hemel stellig, de toerist komt wel weer terug. Maar voor Amsterdam wordt het dankzij de crisis makkelijker om de binnenstad in een andere richting te sturen dan die van historisch pretpark. 'Deze stad is zo rijk, heeft zoveel mogelijkheden. Er kunnen hier veel verschillende dingen weer gaan groeien.'