Julia Cornelisse, FD, 15-11-2020

In Europa's bekendste winkelstraten, boulevards en high streets heeft zich een aardverschuiving voorgedaan. Je kon hier altijd over de hoofden lopen, maar sinds de uitbraak van het coronavirus lijkt er een bom ontploft. Toeristen en dagjesmensen zijn verdwenen, in sommige straten zitten de luiken potdicht. In veel landen zijn alleen essentiële winkels nog open. Met reportages uit verschillende Europese steden neemt het FD poolshoogte op straat. Wie winkelt er nog, en waar? Hoe vergaat het winkeliers? En komt het nog goed?

Deel 1: Amsterdam. 

Charmant, knus en vol historie: een klein groepje winkeliers zag dertig jaar geleden al de potentie van de negen straatjes. Dit kon een drukbezocht winkelgebied in het centrum van Amsterdam worden. Ze hadden gelijk. Jarenlang bleef het aantal bezoekers toenemen.
Op een regenachtige middag in coronajaar 2020 zijn de straatjes met hun monumentale gevels nog steeds bijzonder. Maar ze zijn ook leeg. Winkeliers kijken achter toonbanken naar hun laptop of telefoon. Een van hen doet rustig achterstallig naai- en verstelwerk. Op de smalle stoepen is ineens ruimte om breeduit te lopen of zelfs een fiets te parkeren.

            

Marketingconcept
De negen straatjes zijn niet zomaar populaire winkelstraten. ‘9straatjes’ is een heus marketingconcept, uitgevonden door ondernemer Djoeke Wessing in de jaren negentig. Haar doel was om de straatjes bekendheid en allure te geven. Maar met het slagen hiervan kwamen ook de toeristen en de vastgoedwereld aankloppen.

Vastgoedbeleggers kochten panden op en verhoogden de huren, vertelt Lony Scharenborg, winkelgebiedsmanager van de straatjes. ‘Het is treurig: het goede imago gaat ten koste van degenen die het gebied met hun bijzondere winkels hebben groot gemaakt. De huren zijn zo enorm gestegen dat veel zelfstandige ondernemers zijn verdreven.'
Volgens Scharenborg is een huurbedrag van ruim €10.000 per maand hier niet ongebruikelijk voor de grotere winkelruimtes. Sinds de uitbraak van het coronavirus staan zo'n 23 panden leeg, tegenover acht eind 2019. Er zijn zo'n 250 winkels in de negen straatjes.

Locals
Joost Hamman is een van de weinige ondernemers die geen last heeft van die hoge huren. Hij is eigenaar van de Kaaskamer, een kaaswinkel die al dertig jaar in de Runstraat zit. ‘Mijn schoonvader is de eigenaar van het pand. Dus als hij de huur verhoogt, krijgt hij zijn kleinkinderen minder vaak te zien,’ grapt hij.
Op donderdagmiddag is Hamman druk met klanten helpen, samen met twee jonge werknemers. Zij zoeken bijzondere kazen en ambachtelijk brood uit, vermoedelijk om de druilerige dagen door te komen.

Zo’n 30% van zijn klanten waren toeristen. 'Het was hier in de straatjes net de Efteling, maar sinds half maart is het stil,' zegt Hamman. ‘Gelukkig komen de laatste maanden meer Amsterdammers en kwamen hier altijd al veel locals. Wij zijn niet zo'n kaaswinkel waar alle kazen meteen in vacuüm worden verpakt, met een afbeelding van Vincent van Gogh erop.’
Hamman zegt dat het in deze buurt voor veel winkels niet uitmaakt of het goed gaat of niet. Tegen de huurprijzen is bijna niet op te verkopen, voor zelfstandige ondernemers. ‘Dit eigen pand is een zegen.’

Geen inloop van toeristen
Gebiedsmanager Scharenborg vindt dat de vastgoedwereld met huurverlagingen moet helpen het gebied aantrekkelijk te houden tijdens de coronacrisis. Sommige pandeigenaren proberen de leegstand tegen te gaan door pop-uplocaties te verhuren tegen een tijdelijk contract en een lagere huur.

Elders in het winkelgebied is het verhaal steeds hetzelfde. Designwinkel Seletti: leeg, op een verkoper na. Jeanszaak Levi’s: rustig. Ondergoedwinkel Love Stories: stil. ‘Op deze locatie missen we de inloop van toeristen heel erg,’ zegt een werknemer die op een krukje zit naast een rek met bh’s en satijnen kamerjassen.
In de Hartenstraat, een paar jaar geleden nog het toneel van een romantische komedie, staan op één wel heel triest rijtje drie panden naast elkaar te huur. Hamman weet wel wat hij hier na de crisis hoopt te zien. 'Een bakker zou super zijn, of een slager of een groenteboer. Want de naakte waarheid is: winkels voor toeristen hebben nu geen functie meer.'