De veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland had 3,1 nieuwe besmettingen per 100.000 inwoners. Inmiddels staat Rotterdam-Rijnmond (3,6) hoger en is Amsterdam teruggezakt naar 2,7. Maar ter vergelijking: in de noordelijke provincies is de laatste tijd geen enkele nieuwe besmetting vastgesteld.
Dat het risico op virusverspreiding in verstedelijkte gebieden groter is, is logisch, zegt viroloog Menno de Jong (Amsterdam UMC). “Hoe meer mensen in een afgebakend gebied, hoe groter de kans dat de ene persoon het virus doorgeeft aan de andere.”
Ook burgemeester Halsema is zich daarvan bewust. Op 19 mei temperde ze in een raadsdebat de roep om verdergaande versoepelingen van de lockdown, bedoeld om onder meer de Amsterdamse horeca te ondersteunen. Amsterdam loopt het risico dat het een brandhaard wordt bij een tweede golf, aldus de burgemeester, dus aanmoediging van het toerisme was geen goed idee.
Tekort aan openbare ruimte
Halsema vergeleek het coronaprobleem van Amsterdam met Rotterdam: die stad heeft 200 duizend inwoners minder, maar is 100 vierkante kilometer groter. Bovendien bestaat een kwart van het Amsterdamse oppervlak uit water. “Amsterdam heeft een onwaarschijnlijk tekort aan openbare ruimte.” Ook veelzeggend: Rotterdam heeft 3000 horecabedrijven, Amsterdam 8000.
De combinatie van weinig openbare ruimte, veel inwoners, veel horeca en veel toeristen maakt het naleven van de coronaregels in het centrum onmogelijk, zo bleek afgelopen weekeinde. De optelsom is simpelweg te veel.
De Jong: “Naast de toevloed van toeristen lijkt ook onder Amsterdammers de discipline te verwateren om de maatregelen na te leven.”
Toeristen kunnen bijdragen aan de virusverspreiding, maar tot dusverre zijn zij niet massaal in beeld gekomen bij de Amsterdamse GGD als nieuwe besmettingsgevallen. Volgens de GGD zijn de afgelopen tijd de meeste mensen besmet bij een familiefeestje, bruiloft of begrafenis. Dat zijn (meestal) bijeenkomsten met een lokaal karakter.
Collectief verstand
“Een toename van het aantal besmettingen was te verwachten met het versoepelen van de maatregelen,” zegt Anja Schreijer, arts-epidemioloog en hoofd algemene infectieziekten van de Amsterdamse GGD. “Maar het baart ons zorgen dat het aantal nauwe contacten, dus personen die langer dan een kwartier binnen anderhalve meter kwamen, per nieuw geval groot is, dus dat de anderhalve meter afstand niet goed wordt aangehouden.”
Wat er nu in Amsterdam en andere delen van Nederland gebeurt, is vergelijkbaar met Frankrijk, België en Spanje, zegt viroloog De Jong. Meer vrijheden, meer drukte, meer besmettingen. “Er volgen dan vaak lokale, strengere maatregelen. Dat kan ook ons voorland zijn. Door lokaal in te grijpen wil je landelijke maatregelen voorkomen.”
Patricia Bruijning, kinderarts-epidemioloog van UMC Utrecht, benadrukt dat we onze vrijheden zelf in de hand hebben. “Het is een kwestie van collectief het verstand gebruiken en collectief het gedrag aanpassen. Het is tijdens de lockdown immers aangetoond dat anderhalve meter afstand houden en mensenmassa’s mijden werkt. De vraag is of we genoeg collectief verstand hebben.”