Martin Duineveld, opiniepagina Het Parool, 13-2-2020

Het moest een mooie avond worden afgelopen maandag in Pakhuis de Zwijger. We zouden er op een constructieve manier over fair tourism in Amsterdam spreken. Dus niet het eeuwige gezeur over de overlast, maar samen met ‘de sector’ zoeken naar oplossingen. Daar wilde ik best aan mee doen. Ik heb niets tegen toerisme, zolang de massa Arnhem, mijn thuisstad, maar met rust laat.

Ik leerde al snel dat een constructieve discussie over fair tourism impliceert dat er vrij mag worden gesproken over ludieke innovaties (plastic vissen op de grachten, koffiedrinken met echte locals) waarmee toerisme duurzamer, inclusiever en eerlijker kan worden, zolang we maar net doen alsof de groei van het aantal toeristen onvermijdelijk is.

Door bijna alle sprekers werd de toeristische groei voor lief genomen. Daardoor hebben de voorstanders van toerisme (lees: belanghebbenden) al bij voorbaat gewonnen van mensen die niet alleen een anders soort toerisme willen maar misschien ook wat minder bezoekers.

Als het om toeristenstromen (en vaak ook de economie) gaat, doen we graag alsof sommige zaken via een natuurlijk proces verlopen, alsof er een onzichtbare hand aan het werk is die aan elke vorm van sturing of controle ontsnapt.

Alsof de massa’s die Amsterdam weten te vinden vrije subjecten zijn, die bewegen in een vrije wereld, die zich zo aangetrokken voelen tot de stad Amsterdam, dat geen enkel beleid hun komst kan weerstaan.

Spreiden is accommoderen

Om te verbloemen dat deze als onvermijdelijk voorgestelde groei ook groeipijnen kent, verzinnen we om de zoveel jaar een nieuw concept dat de groei voorziet van een groen, gezellig, inclusief, win-winsausje. Rondom dat concept wordt dan van alles georganiseerd. Nu duurzaamheid sleets is geworden kiezen we voor fair, straks misschien (weer) voor inclusief, pro-poor of plaatssensitief.

Dat sommige toeristische ondernemers op deze wijze spreken over toerisme is ze dus niet kwalijk te nemen – groei is van belang voor hun bedrijf en zonder een overheid die kaders stelt, is alles vooral gericht op winst maken.

Dat de gemeente Amsterdam binnen hetzelfde paradigma redeneert is problematisch. In de begroting van 2019 lees ik dat de ‘uitvoeringskosten economische promotie, bestaande uit een subsidie aan de Stichting Amsterdam Marketing, onder andere ten behoeve van spreiding toerisme’, 3,7 miljoen euro per jaar is.

Toeristen spreiden, is groei accommoderen en legitimeren. Ik lees ook dat ‘de schaalsprong van Amsterdam zorgt voor meer inwoners, bedrijven en bezoekers. Dat levert economische groei op en groei van de stad. De positieve kanten van het toerisme worden echter steeds meer overschaduwd door negatieve gevolgen. Overlast, drukte en afval maken dat de leefbaarheid van sommige buurten ernstig onder druk staat.’ Met andere woorden: groei is positief, helaas zitten er schadelijke bijwerkingen aan.

Rode kaart

Dat het groeiparadigma volledig geïnternaliseerd is door de overheid en andere lokale ­partijen, maakt hen blind voor andere oplossingsrichtingen. Hoewel die misschien niet direct geïmplementeerd kunnen worden, zouden ze op z’n minst bespreekbaar en onderdeel van het publieke debat dienen te zijn en nimmer gepresenteerd mogen worden als onrealistisch.

Let daarom de komende tijd eens goed op de wijze waarop ondernemers, ambtenaren en marketeers groei legitimeren door het als een gegeven voor te stellen, en trek een rode kaart als dat het geval is. Begin een discussie over toeristische krimp. Wat levert dat de stad op? Welke mogelijkheden zijn er om dit voor elkaar te krijgen?

En als blijkt dat de stad rijp is voor toeristische krimp, stop dan met het spreidingsbeleid en maak niet alleen de groeicijfers van toerisme bekend, maar ook de impact die deze sector heeft op het milieu en de omgeving: de CO2-uitstoot, de watervervuiling, de fijnstofproductie, stress bij inwoners et cetera. En laat daarnaast verduurzaming niet aan de toeristische sector zelf over. Zelfregulatie is ondemocratisch en vaak erg kwetsbaar.

Of iets anders, want het is niet aan mij maar aan u, de bewoners en de politiek van deze prachtige stad, om de toekomst invulling te geven. Zolang u maar weet dat toerisme geen natuurwetten volgt.

U kunt ook zonder. Ik weet er alles van, al is het hier bij mij in Arnhem soms wel erg stil op straat. 
Martijn Duineveld, expert massatoerisme, universitair hoofddocent aan de Wageningen Universiteit.