Trouw, Pieternel Grupen, 1-5-2021
Struinen door het park Guell, een cappuccino drinken op het San Marcoplein of wandelen over de middeleeuwse stadsmuur. Bewoners van Europese steden als Barcelona, Venetië en Dubrovnik konden het afgelopen jaar eindelijk eens zelf genieten van de attracties die hun woonplaats zo bijzonder maken. Zonder de miljoenen toeristen zagen ze de schoonheid van hun stad, maar ook de schade die het massatoerisme heeft aangericht.
Never waste a good crisis was in deze steden een veelgehoorde uitspraak tijdens de eerste lockdowns. De coronacrisis kon worden gebruikt om de uitwassen van het toerisme aan te pakken en de sector beter te reguleren, was het idee. Geen vervuilende cruiseschepen meer die hordes toeristen de oude stadscentra in spuwen, geen dagjesmensen die de stad uitwonen zonder veel op te brengen, geen touringcars die pittoreske straatjes verstoppen.
Wellicht dat de coronacrisis een trend kon versterken die al voor de pandemie was ingezet, want het begrip overtoerisme maakt al een jaar of vijf opgang. Van Barcelona tot Wenen verschenen graffititeksten als Tourist go home en Tourists are terrorists. De Dikke van Dale omschreef overtoerisme in 2018 als ‘de overtreffende trap van massatoerisme naar plekken waar dit overlast veroorzaakt, hetzij voor de omgeving of voor de bewoners’.
Op haar website heeft de activistische reisorganisatie Responsible Travel een wereldkaart staan met daarop zo’n honderd ‘overtoeristische’ bestemmingen: plekken als Parijs, Berlijn, Brugge, Amsterdam en Praag. “Bestemmingen waar te veel mensen op te weinig plekken zijn geconcentreerd”, zegt oprichter van de Britse organisatie Justin Francis.
Dierlijke instincten
Maar wanneer is veel ook echt te veel? Is dat wanneer de woningprijzen zo hoog zijn opgedreven dat bewoners geen huis meer kunnen betalen? Of als toeristen de highlights niet meer kunnen zien door de drommen collega-bezoekers om hen heen? Met andere woorden: wat is de toeristische draagkracht van een stad?
Allemaal vragen waar steden in de adempauze die de coronacrisis biedt op kunnen kauwen. “Maar als ze nu pas beginnen met nadenken, zijn ze te laat”, zegt Jan van der Borg, hoogleraar toerisme aan de universiteiten van Leuven en Venetië. “Dan worden steden straks weer gedwongen om de dierlijke instincten van toeristen en de toeristische industrie te volgen en zijn we terug bij af. Echt een gemiste kans! Een jaar geleden was ik veel optimistischer. Ik dacht dat we door de ontwrichtende tijd waarin we leven definitief anders zouden kijken naar hoe we de publieke ruimte zo goed mogelijk kunnen verdelen tussen toeristen, bewoners en bedrijven.”
Teleurgesteld is de hoogleraar in Venetië, de stad waar hij zelf woont. “Zo’n 80 procent van de omzet is hier verloren gegaan, bedrijven gaan nu definitief dicht.”
Je zou verwachten dat de stad deze periode zou benutten om de afhankelijkheid van toeristen – zo’n 30 miljoen per jaar op 50.000 bewoners – te verkleinen. Maar toen er vorig jaar zomer even een gaatje ontstond tussen de lockdowns door, zag Van der Borg de stad weer net zo snel vollopen als voor de crisis. Wel kwam er een plan om cruiseschepen te weren uit de binnenstad, maar een nieuwe terminal op het vasteland is nog niet gebouwd.
File van waterbussen
Toch zag Justin Francis juist in Venetië het afgelopen jaar een opvallend nieuw middel in de strijd tegen overtoerisme. “De stad heeft een controlecentrum gebouwd, waar ze de bewegingen van toeristen via een gesloten camerasysteem kan volgen.” Hoeveel toeristen lopen er op het San Marcoplein, waar is een file van waterbussen? Het wordt allemaal live geregistreerd. In het controlecentrum worden ook de data van mobiele telefoons geanalyseerd. Uit welke landen komen de toeristen, hoe lang blijven ze?
Door het verzamelen van dit soort informatie kunnen de autoriteiten op de drukte inspelen door toeristen entree te vragen of door ze een bezoek aan de stad te laten reserveren.
Zo’n systeem zou Venetië al een jaar geleden invoeren, zegt Van der Borg, maar het wordt telkens op de lange baan geschoven. Hij ziet het controlecentrum als bliksemafleider; het project is als zoethoudertje ingezet bij de laatste verkiezingen om inwoners te overtuigen dat toerismemanagement hoog op de agenda staat. “Je bent er niet met een paar wijkagenten die sudokuend naar schermen turen.”
Veel belangrijker is het dat een stad een goede strategie heeft en politieke keuzes maakt, vindt hij. Hoeveel bezoekers kun je trekken voordat het stedelijk systeem structureel gefrustreerd raakt, welke bezoekers wil je stimuleren om te komen en voor welke bezoekers maak je het moeilijker? Met die vragen zijn de toeristische trekpleisters in coronatijd veel te weinig aan de slag gegaan, vindt Van der Borg, met Amsterdam als positieve uitzondering.
Amsterdamse coffeeshops
“Amsterdam heeft deze periode gebruikt om zich te herpositioneren en een aantal stevige besluiten genomen, bijvoorbeeld over de rosse buurt en de coffeeshops. Van ‘een alles kan en alles mag’-bestemming wil Amsterdam zich profileren als een bestemming die zich oriënteert op kunst en cultuur.” Daardoor zal de stad op termijn een ander soort toeristen aantrekken, denkt Van der Borg. Mensen van wie de stad meer profijt en minder last heeft. “Die stap durfde Amsterdam voor de coronacrisis niet te zetten, maar nu eindelijk wel."
Elders lijkt de coronacrisis geen omwenteling te brengen. Hier en daar is aan bekende knoppen gedraaid en is het aantal bedden gereduceerd. Zo heeft Berlijn Airbnb verder ingeperkt. Of er zijn ideeën ontwikkeld om toeristen beter te spreiden.
Uffizi Diffusie-project
Een opmerkelijk initiatief kwam van de directeur van het Uffizi-museum in Florence, waar in het hoogseizoen zo’n 12.000 bezoekers per dag een glimp van Boticelli’s Venus proberen op te vangen. Directeur Eike Schmidt heeft tijdens de lockdown het ‘Uffizi Diffusie’-project uitgedacht, zei hij tegen CNN. Door kunstwerken over heel Toscane te verspreiden, volgen de toeristen vanzelf, is het idee. Schmidt trok langs stadjes en dorpen op zoek naar geschikte gebouwen. Komende zomer moet deze verspreide tentoonstelling al van start gaan.
Het spreiden van toeristen werkt tot op zekere hoogte, denkt Van der Borg. Het zijn vooral lokkertjes voor mensen die voor een tweede of derde keer in een stad terugkomen. “Mensen die voor het eerst in Florence zijn, willen toch naar het Uffizi-museum, omdat ze daar zoveel over gehoord hebben.”
De hoogleraar denkt reserveringssystemen meer zin hebben. “We hebben in Dubrovnik en Granada gezien dat die werken.” In het Kroatische Dubrovnik moeten toeristen al een tijdje reserveren om op de middeleeuwse muur te kunnen wandelen, een uitje dat populair is geworden door Game of Thrones, die mede daar is opgenomen.
Ook voor het Alhambra-paleis in het Spaanse Granada moeten toeristen vooraf een plekje bespreken. “Het werkt om een attractie in de stad aan te wijzen waarvan toeristen vinden dat ze er geweest moeten zijn. Als er geen kaartjes meer beschikbaar zijn, blijken ze bereid hun bezoek uit te stellen of te vervroegen.”
De methode had verder uitgedacht en ontwikkeld kunnen worden, denkt Van der Borg. “Het reserveren van een vliegtuigstoel of een hotelkamer vinden we per slot van rekening ook heel normaal.”
Voor een habbekrats
Tegelijkertijd zijn toeristen het heel normaal gaan vinden om voor een habbekrats naar een populaire stad te kunnen vliegen. Voor de prijs van een rondje in het café boek je al een ticket naar Barcelona. Zolang dat niet verandert, zal de druk op steden hoog blijven. Al is er heel voorzichtig wat beweging. Zo heeft de Oostenrijkse regering bepaald dat een ticket minimaal 40 euro moet kosten en geldt in Nederland vanaf dit jaar een vliegbelasting van 7 euro voor alle passagiers die vanaf een Nederlandse luchthaven vertrekken.
Steden mogen tijdens de coronacrisis dan geen revolutie in gang hebben gezet, wellicht is het gedrag van toeristen zelf wat veranderd. Wat die zullen doen als het weer mogelijk is om te reizen, is de hamvraag, meent de directeur van Responsible Travel. Francis verwacht dat overtoerisme in eerste instantie op nieuwe plaatsen zal opduiken. “Bestemmingen gaan voorzichtig één voor één open. Na een jaar thuis te hebben gezeten, maakt het mensen bijna niet meer uit waar ze heengaan, ze willen op reis! De druk op landen als Israël en IJsland, waar al een groot deel van de bevolking gevaccineerd is, zal toenemen.”
Pas als de pandemie wereldwijd onder controle is, kleurt de kaart voor overtoerisme wellicht op dezelfde plekken rood als voor de uitbraak, denkt hij. Zullen mensen weer massaal voor een stedentrip naar Barcelona of Praag kiezen? “Ik kan mij voorstellen dat ze meer de natuur en landelijke plekken zullen opzoeken. Tijdens de lockdowns gingen mensen veel meer samen wandelen in plaats van uit eten te gaan.”
Een aantal van de herontdekte en nieuwe trends zullen doorzetten, vermoedt ook Van der Borg. “We zullen allemaal gevoeliger blijven voor de afstand tussen onszelf en de ander. Toch zal een deel van de toeristen denken: het kan weer, dus we gaan weer met zijn allen over de Ramblas slenteren.”