Het Parool, Herman Stil, 9-3-2020

Nederlanders die de afgelopen jaren een onderkomen via Airbnb hebben gehuurd, kunnen de bemiddelingskosten die het bedrijf daarvoor vraagt, terugeisen.Dat is het gevolg van een uitspraak van de Amsterdamse rechtbank maandag in een zaak die door een boze huurder was aangespannen.

“Een makelaar die bijvoorbeeld namens een huurder en een verhuurder optreedt, mag geen geld vragen aan beide partijen,” zegt advocaat Nicolaas Huppes, die de zaak tegen Airbnb met succes heeft gevoerd. “Dat gebeurt vaak wel, maar dan kunnen huurders dat geld terugvragen. ACM houdt daar ook toezicht op.”

“Wat Airbnb doet, is hetzelfde. Ze bemiddelen tussen huurders en verhuurders en ze vragen aan beide een bijdrage; Airbnb vraagt zo’n 3,6 procent van de verhuuropbrengst aan. En aan huurders vragen ze 15 procent. Voor makelaars is er een verbod op het dienen van twee heren. Airbnb bemiddelt, dus mogen ze geen bemiddelingskosten vragen aan verhuurders en Nederlandse huurders.”

200 miljoen schade

Huppes’ cliënt krijgt vanwege de uitspraak bemiddelingskosten van 470 euro terug. Dat geldt volgens de advocaat ook voor elke Nederlandse huurder die in ieder geval sinds medio 2015 bij Airbnb, waar dan ook ter wereld, een onderkomen heeft gehuurd. Volgens Huppes zou de schadepost voor Airbnb daarmee tot 200 miljoen euro kunnen oplopen. “Het is niet zomaar wat. Dit is een vonnis van 16 pagina’s. Drie rechters hebben zich hierover gebogen. Ik ben benieuwd hoe ze reageren.”

Het advocatenkantoor peilt nu de belangstelling bij Airbnbhuurders voor nieuwe zaken. “We gaan nog kijken hoe we dat doen, als groepsclaim of individueel. Wij doen dat tegen een commissie 30 procent. We hebben al een paar honderd aanmeldingen binnen, voor gemiddeld 200 euro. Ik denk niet dat Airbnb vrijwillig geld teruggeeft.”

Tegen de uitspraak is in principe geen beroep mogelijk, omdat het een bedrag onder de daarvoor geldende grens van 1750 euro betreft. Airbnb zou wel naar het Europese Hof van Justitie kunnen stappen. Dat oordeelde eerder dat het bedrijf een dienstverlener is, wiens diensten niet door overheden mogen worden ingeperkt. “Die uitspraak staat hier helemaal buiten.

Transparant

“Het mag gewoon niet,” zegt Huppes. “In oktober 2015 heeft de Hoge Raad al geoordeeld dat dit principe geldt voor vastgoed, arbeidsbemiddeling en financiële producten en daarbij ook al naar Airbnb verwezen. Als je tussen twee partijen in staat die een overeenkomst sluiten, moet je transparant zijn over kosten en maar aan één partij geld vragen.”

Airbnb gaat echter in beroep. Volgens een woordvoerder van het bedrijf zijn vergelijkbare claims eerder door rechters in Rotterdam en Utrecht afgewezen. “Dit besluit gaat tegen de Europese regelgeving in. Het Europese Hof heeft onlangs nog geoordeeld dat Airbnb een online platform is en geen makelaar. Het toepassen van Nederlandse regels is daarmee in overtreding. Wij vertegenwoordigen ook geen huurders of verhuurders en onderhandelen ook niet tussen die twee partijen. Wij volgen de regels en hechten zeer aan de rechten van onze gebruikers.”