Sheila Sitalsing, De Volkskrant, 12-11-2018

Ook op de Kinderdijk beginnen ze te klagen over de bezettingsmacht die in onuitputtelijke divisies blíjft binnenstromen over de Lekdijk, smartphones en selfiesticks in de aanslag, bewoners opzij wuivend, lenzen op de molens gericht.

Vroeger ging het over de angst voor de Rus in je achtertuin, tegenwoordig, zo las ik in deze krant, staan er op de Kinderdijk toeristen in je voortuin, zitten ze in je tuinstoelen in het Japans te ontbijten, eisen ze dat de wieken van je molen in een fotogeniekere positie worden gebracht, en vragen ze of je niet zo hinderlijk in je eigen deuropening wilt staan want dat verpest de foto zo.

Nu delen de mensen daar kaartjes uit aan de toeristen met ‘zestig inwoners, zeshonderdduizend bezoekers per jaar, #overtourism’ erop.

Een poos geleden was er veel aandacht voor het leed van Giethoorn, waar de touringcars met Chinezen op trektocht de straten verstoppen, en waar de bewoners zich in het begin nog erover verwonderden dat ze gefotografeerd werden terwijl ze aan het eten waren, dwars door het woonkamerraam heen. Staat later een vreemde familie in Nanjing geïnteresseerd naar een foto te koekeloeren waarop jij een sneetje wit met hagelslag in je mond steekt – decorstuk in een museum.

 

Giethoorns heb je op steeds meer plekken. Bij ons in het dorp heb je ze ook, mensen op zoek naar een unieke ervaring, die met talloos veel anderen allemaal exact dezelfde unieke route aflopen: kijk daar werd Willem van Oranje vermoord, kijk dat zijn de originele kogelgaten, kijk daar ligt de koninklijke familie begraven, kom we gaan op belevingsbezoek voor een unieke beleving in de porseleinfabriek. Iedereen hetzelfde unieke rondje, het godganse jaar door, midden op de gracht drentelend, doof voor driftige fietsbellen, foto hier, selfie daar en twee blauwwitte porseleinen klompjes mee naar huis. Unieke stukken.

Het levert geld op en werk, want je denkt toch heus niet dat die porseleinfabriek nog één beschilderd tegeltje zou verkopen zonder touringcars, dus je hoort de boven ons gestelden er pas over wanneer een stad is veranderd in een hel van rolkoffertjes en kotsende vrijgezellenfeestvierders en wanneer 26 reizigers in een Airbnb van 35 vierkante meter de buurt duurzaam terroriseren. En zelfs dan zoeken de beleidsmakers het in het lafjes verwijderen van een populair foto-object. Dat zal ze leren, die massatoeristen.

Nu de rest van het land weer eens de zelfgecreëerde problemen van Amsterdam moet oplossen, worden ze nóg actiever ook onze kant op gedirigeerd, de rolkoffertjes, de selfiesticks, de bussen. Bij ons in het dorp hebben die lui van citymarketing de Gouden Eeuw ontdekt als ‘thema’ voor volgend jaar. Ze zijn enorm enthousiast over de massa’s toeristen die hierop af zullen komen. ‘Is dit beleid, of is erover nagedacht?’, vroeg Jan Schaeffer, legendarisch politicus voor de PvdA, in zulke gevallen. Ik vrees het eerste.

Maar dan denk ik terug aan mijn eigen vakanties. In een jeep naar een ‘uniek bos’, met vóór en achter ons identieke jeeps, ook op weg naar dat unieke bos. In colonne naar een nachtmarkt, voor ‘typisch lokaal eten’, met aan de onafzienbaar lange rijen tafels enkel toeristen die een uniek rondje doen. Wandelen door een dorp met unieke huisjes, volledig overlopen door vreemdelingen – de ogen van de inwoners zien dof van defaitisme. En ik schaam me diep.