Johan van den Dongen, De Telegraaf, 8-2-2019

„Amsterdam, ooit bekend als een van de beste voorbeelden van een stad die duurzame toeristische groei op een verantwoordelijke en beheersbare manier verwelkomt, begint het toerisme de rug toe te keren. Als voormalig secretaris-generaal van de UNWTO, het gespecialiseerde bureau van de Verenigde Naties belast met het bevorderen van gezond en duurzaam toerisme, maak ik me daar grote zorgen over. Amsterdam staat op een kruispunt; het kan het toerisme in zijn voordeel gebruiken of de kans verspelen.

In de afgelopen jaren heb ik tal van steden zien profiteren van alle voordelen van toerisme. Die steden zien het als een kans om niet alleen bij te dragen aan het economische welzijn van hun burgers, maar ook als een krachtig middel om in contact te komen met andere culturen.

Toerisme heeft zeker een keerzijde, maar die zou nooit mogen afleiden van de mogelijkheden die het biedt om, als het goed wordt beheerd, de wereld een stuk fijner te maken. De reis- en toerismebranche groeit financieel explosief en genereert talloze banen. De UNWTO schat dat tegen 2030 jaarlijks 1,8 miljard reizigers de internationale grenzen overschrijden. Of dit zich vertaalt in 1,8 miljard kansen of in 1,8 miljard problemen, is maar net hoe je deze indrukwekkende groei ziet en aanpakt.

Handelsgeest

Amsterdam, groot geworden door openheid en handelsgeest, heeft in de afgelopen jaren goed geïnvesteerd in toerisme, maar slaat nu een andere weg in. In plaats van zich voor te bereiden op de verwachte 25 miljoen bezoekers in 2025, richt het zich op het beperken van de capaciteit voor overnachtende gasten. In plaats van meer Amsterdammers te laten profiteren van het toerisme, stelt het voor om vakantieverhuur van woningen in bepaalde gebieden te beperken en zelfs te verbieden. En in plaats van de huidige 70.000 banen in het toerisme en de directe economische winst van meer dan twee miljard euro te laten groeien, kiest het voor toerismebeperking.

Dat is gevaarlijk spel. Als toeristen zich niet welkom voelen in een stad, is het goede imago waaraan zo hard, lang en zorgvuldig is gewerkt, snel verdwenen.

Laten we niet vergeten dat meer dan een op de tien banen in Amsterdam afhankelijk is van het toerisme. Inze plaats van het huidige beleid voort te zetten, zou Amsterdam zich moeten concentreren op langetermijnmaatregelen voor toerismebeheer.

Samenwerking

Amsterdam zou juist fantasierijke ideeën moeten bedenken waarvan zowel toeristen als de burgers van de stad kunnen profiteren. Het zou de bezoekersmassa’s beter moeten verspreiden, zowel in tijd als in ruimte. Het zou de seizoensgebondenheid moeten verminderen en de druk vanuit het stadscentrum moeten verlichten.

En Amsterdam zou er verstandig aan doen de verschillende partijen in de toeristische sector bijeen te brengen en het pad te effenen voor publiek-private partnerschappen. Samenwerking zal hard nodig zijn om de verandering tot stand te brengen en toeristische bestemmingen gezond te houden.

Toerisme biedt, mits goed beheerd, een ongelooflijke impuls aan gastgemeenschappen. Daarom roep ik de beleidsmakers van Amsterdam op om samen te werken met de toeristenindustrie, niet ertegen. Verkeerd management is de vijand, niet het toerisme en de groei ervan.”

Taleb Rifai, oud-secretaris generaal VN-bureau Toerisme lid adviesraad Airbnb