Wouter van Noort, NRC, 26-9-2018

Het is typisch Airbnb: een groots en meeslepend plan dat niet past binnen de gebaande paden. De oprichter van het bedrijf, Brian Chesky, wil mensen die vaak hun huis via de site verhuren, belonen met aandelen in het bedrijf. Dat terwijl aandelen in Airbnb nu nog niet eens te koop zijn voor beleggers, omdat het bedrijf nog geen beursgang heeft gemaakt. Voor het plan moeten wel eerst de beursregels worden aangepast, schreef Chesky eind vorige week aan de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC. Die heeft nog niet officieel gereageerd, maar het idee maakt al veel los.

Het plan zou weleens de werking van de deeleconomie op haar kop kunnen zetten. Veel meer mensen kunnen profiteren van het enorme succes van internetplatforms. Het is een antwoord op de groeiende kritiek op de scheve verdeling van opbrengsten in de bedrijfsmodellen van bedrijven als Uber en Deliveroo. Als medewerkers aandeelhouders kunnen worden, delen zij in elk geval meer in het succes dan nu het geval is.

Maar ook typisch Airbnb is dat Chesky’s idee nog niet helemaal is uitgewerkt en behalve bewondering ook scepsis oogst. Het moet eerst maar voorbij beurstoezichthouder SEC komen, en als het van die beurswaakhond al mag, dan moet Airbnb ook bepalen welke verhuurders in aanmerking komen voor zo’n aandelenbonus. Uber heeft eerder al eens voorzichtig geopperd om zijn chauffeurs aandelen te geven in het bedrijf, maar dat plan heeft het nooit gehaald. Het is, kortom, bepaald niet zo dat Airbnb-verhuurders binnenkort al hun aandelenbonuspakket kunnen verwachten.

Maar het zou niet het eerste idee zijn van Chesky (37) dat aanslaat. Toen hij met zijn huisgenoot voor het eerst een luchtbedje verhuurde in zijn eigen studentenhuis in San Francisco, hadden ook maar weinigen verwacht dat Airbed & Breakfast zou uitgroeien tot een van de succesvolste start-ups van de wereld. Vorige maand was het bedrijf precies tien jaar oud. Tien jaar waarin het uitgroeide tot een van de koplopers uit Silicon Valley. En tot een bedrijf dat nu weer voorop wil lopen in het hervormen van de nieuwe economie die het zelf heeft aangezwengeld.

               

Hét symbool van start-up-hausse

De timing van Chesky en zijn mede-oprichters van Airbnb was achteraf gezien ronduit perfect. Een maand na de officiële oprichting, in augustus 2008, viel Lehman Brothers. En direct bleek de site een goede oplossing voor mensen die óf wilden besparen op hotelkosten, óf een extra zakcentje wilden verdienen met de verhuur van een leegstaande kamer. Airbnb hoefde geen enkele kamer te bezitten, geen enkel hotel te bouwen om toch commissie op te strijken voor koppeling van vraag en aanbod via de smartphone.

Dat is een uitzonderlijk succesvol model gebleken. Airbnb had vorig jaar een omzet van 2,6 miljard dollar en maakte 100 miljoen winst. Er werken 3.100 mensen. Het succes maakte van Airbnb één van de eerste unicorns : de piepjonge technologiebedrijven die door investeerders op meer dan een miljard dollar worden gewaardeerd. Samen met Uber is Airbnb hét symbool geworden van de start-up-hausse na de crisis.

En bij unicorns horen moonshots : torenhoge ambities. Chesky schreef begin dit jaar een open brief waarin hij die ambities nog maar eens herformuleerde. Airbnb moet een „oneindige tijdshorizon” hebben, volgens Chesky. Hij wil een bedrijf bouwen dat „niet alleen de 21ste eeuw doorstaat, maar ook de 22ste”. Hij wil de belangen dienen van het bedrijf zelf, maar ook van de community (aanbieders en huurders op Airbnb) en ‘de wereld buiten Airbnb’.

Het aandelenplan lijkt een van de eerste concrete plannen in die nieuwe strategie.

Deeleconomie of steeleconomie?

Het plan lijkt ook een antwoord op aanzwellende kritiek op het bedrijf. Critici zien de deeleconomie, waarvan Airbnb een voortrekker is, nu soms meer als een 'steeleconomie'.

De arbeidsvoorwaarden van werknemers in diverse sectoren staan onder druk door de flexibilisering van arbeid die door onlineplatforms is ingezet. Airbnb leidt volgens diverse onderzoeken tot grotere ongelijkheid in steden, omdat huizenbezitters profiteren terwijl andere bewoners met overlast zitten. Huurders mógen hun huis vaak niet op Airbnb zetten. Belastingdiensten wereldwijd hebben moeite belasting te heffen bij de vele aanbieders van vakantieruimte, en bij Airbnb zelf.

Het bedrijf drijft huizenprijzen waarschijnlijk op; volgens onderzoek van ING in Amsterdam misschien wel tot gemiddeld een ton per woning. En dan is er het massatoerisme. Airbnb is, van Barcelona tot Amsterdam, uitgegroeid tot hét symbool van de overlast.

Het bedrijf heeft ook uitgesproken fans. Volgens Airbnb zelf verdient de gemiddelde verhuurder in Nederland er op jaarbasis zo’n 3.100 euro bij. Dat is toch een aardig maandsalaris. In totaal werden de laatste tien jaar ruim 300 miljoen verblijven via Airbnb geboekt. Het bedrijf voorziet duidelijk in een behoefte. De laatste jaren werkt het (met vallen en opstaan) meer samen met stadsbesturen om de scherpe randjes van de deeleconomie te halen.

Door meer mensen te laten delen in de opbrengsten van de deeleconomie, zouden bezwaren tegen Airbnb en de deeleconomie kunnen afnemen. De timing van Chesky’s aandelenplan, middenin de techlash (het optreden van overheden tegen techbedrijven) kan wederom perfect blijken. Maar om het werkelijkheid te maken zijn nog veel stappen nodig.

En of het echt gebeurt? Over het realiteitsgehalte van zijn ambities schreef Chesky zelf in de open brief eerder dit jaar: „Dit is de magische wereld van Airbnb. Waarschijnlijk gaan we onze visie nooit helemaal realiseren. Maar we zullen het koste wat het kost proberen.”

Registratie Excessen bij verhuur voorkomen

Huizen die via sites als Airbnb worden verhuurd, moeten verplicht worden geregistreerd. Dat schrijft minister Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) aan de Tweede Kamer. Het registratienummer moet zichtbaar worden bij advertenties, zodat gemeenten weten welke woningen worden verhuurd. Dat versterkt volgens Ollongren de handhavingsmogelijkheden. In San Francisco en Japan bestaat al zo’n registratieplicht.