Hans Schnitzler, FTM, 16-8-2018

‘Living like a local’, luidt het adagium van het online verhuurplatform Airbnb. Nu wil het geval dat de leefomgeving van die locals steeds onleefbaarder wordt. Dat heeft alles te maken met het feit dat de leefgewoonten van de ‘living like a local’-toerist op gespannen voet staan met datgene wat locals doorgaans bezighoudt. De AirBnB'ende vakantieganger staat meestal in een vrijetijds- en vermaakmodus, terwijl de stadsbewoner het moeten doen met de verplichtingen en routines die bij het alledaagse leven horen. De toerist laat zijn thuisgevoel achter om zich te laven aan de heerlijke roes van de ontheemding.

Dat verlangen hoeft niemand ontzegd te worden, maar in steden als Barcelona, Venetië en Amsterdam is het evenwicht tussen vakantiepret en alledaagse realiteit volledig zoekgeraakt. Zo krijgt de stadskern van Amsterdam, die nog geen 90.000 zielen telt, jaarlijks zo’n 18 miljoen bezoekers te verstouwen. Wie zich dezer dagen in het centrum waagt, kan met eigen ogen aanschouwen wat het betekent voor de sfeer van een stad wanneer die van leefomgeving in vakantiebestemming verandert. Het min of meer routineuze regime dat bij het alledaagse bestaan hoort, raakt ondergesneeuwd door de vloeibare opwinding die bij de toeristische ontheemding past. Anders gesteld: het domein van de doorleefde ervaringen moet in een stad als Amsterdam in toenemende mate wijken voor het domein van de vluchtige belevenissen.

Gevolg van deze verpretparkisering van de stad is dat de vaste bewoner zich er steeds minder thuis voelt, hij raakt als het ware zélf ontheemd. Hoewel Airbnb niet de oorzaak is van het massatoerisme, heeft hun verdienmodel ervoor gezorgd dat meer locals dan ooit zich tegenwoordig een suppoost in hun eigen openluchtmuseum voelen.

Dat aan de wildgroei van Airbnb-adressen een einde gekomen, laat onverlet dat het leefgebied van would-be locals de afgelopen jaren in adembenemend tempo is uitgedijd. Voeg hierbij dat de grootverdieners van de deeleconomie zelf consequent weigeren om, ter beheer van de toeristenstoom, gegevens te delen met bevoegde instanties, en begrijp dat de gemiddelde local inmiddels een broertje dood heeft aan de disruptieve krachten die de ‘sharing is caring’-cowboys uit Silicon Valley hebben ontketend.

Gelukkig heeft Airbnb een fijngevoelige pr- en marketingafdeling, die een campagne bedacht waarmee de Amsterdamse locals als bij toverslag tot inkeer moesten worden gebracht. In onder meer Het Parool en de Volkskrant verschenen paginagrote advertenties die de lezer middels handgeschreven kattebelletjes deelgenoot maakte van de wederwaardigheden van Airbnb-hosts. Zo vertrouwde ene Eva ons toe dat het haar ‘oprecht kwetst’ dat mensen negatief denken over Airbnb, terwijl zij ‘zoveel vreugde’ haalt uit haar gastvrouwschap. Bovendien deed zij er alles aan om haar gasten goed ‘in te laten blenden’. Dat ‘in laten blenden’ vond ik een interessante beeldspraak, al was het maar omdat ik me afvroeg wat deze vorm van homeopathische toeristenverdunning in de praktijk precies betekent – maar dit terzijde.

Een week nadat Eva haar gekwetste gemoed met de argeloze krantenlezer had gedeeld, was Kim aan de beurt om haar host-ervaringen op schrift te stellen en de wereld in sturen. ‘Geniet u ook zo van de stad?’, begon ze. Kim in ieder geval wel, ze was met name gecharmeerd van de ‘gezellige drukte’. Dat gevoel wilde ze naar eigen zeggen graag delen – sharing is caring, nietwaar? Haar gasten een ‘onvergetelijke tijd’ bezorgen, bleek ze ‘ontzettend leuk’ te vinden. In die opzet scheen ze goed te slagen, want ‘veel gasten laten een bedankbriefje achter met lieve woorden over hoe fijn ze het hebben gehad’.

De boodschap die het deelplatform wil uitventen, zou je als volgt kunnen samenvatten: onze hosts – we laten speculanten met grote aantallen appartementen op Airbnb, de zogeheten ‘multilisters’, voor het gemak even buiten beschouwing – zijn heel lief en attent (ze schrijven zelfs handgeschreven briefjes), ze zetten alles in het werk om het hun gasten naar de zin te maken, ze geen overlast te laten bezorgen en ze goed te laten ‘inblenden’. Wij brengen goedwillende mensen met elkaar in contact. De gebruikers van ons platform zijn geen herrieschoppers, maar worden gedreven door een oprecht verlangen om elkaar en hun tijdelijke onderkomen beter te leren kennen. We zijn een technologieplatform waar welwillende individuen elkaar weten te vinden en we zijn derhalve niet verantwoordelijk voor de hinderlijke bijeffecten van het massatoerisme.

Wat uit deze imagocampagne eens te meer blijkt, is dat een multinational als Airbnb zich ziende blind houdt voor de maarschappelijke bijwerkingen van zijn dienst, zoals de ondermijning van de sociale cohesie van buurten of de enorme prijsopdrijving op de Amsterdamse huizenmarkt. Om een idee te krijgen van de ontwrichtende uitwerking op de leefomgeving, zou je de individuele propagandapraatjes van de hosts 18.500 keer moeten herhalen; dat is namelijk het aantal verhuurplekken dat in 2017 alleen al via Airbnb werd aangeboden.

De onwil of onkunde om te erkennen dat de disruptieve dadendrang – het blinde geloof dat ontwrichting van bestaande industrieën de innovaties aanjaagt en uiteindelijk iedereen ten goede komt – wel degelijk gevolgen heeft voor de samenleving als geheel, is symptomatisch voor het libertaire gedachtengoed dat te Silicon Valley nog steeds breed aangehangen wordt. Libertariërs verabsoluteren individuele keuzevrijheid en staan wantrouwend of zelfs ronduit vijandig tegenover overheden en regelgeving. Wat de campagne van Airbnb illustreert, is dat het management van dit bedrijf nauwelijks uit de voeten kan met de gedachte dat een samenleving meer is dan het wel en wee van een verzameling losse individuen, of ze nu Kim, Eva of Mohammed heten.

Terug naar het probleem van het massatoerisme, waar Airbnb zowel aanjager als symptoom van is. Hier en elders is men zo langzamerhand doordrongen van het feit dat de stofzuigerblik van de gemiddelde massatoerist de ziel uit een stad trekt. Ook de mythe dat massaal toeristengeschuifel de stad per definitie meer oplevert dan het kost, kan naar het rijk der fabelen worden verwezen. In Nederland heeft onderzoeksjournalist Floor Milikowski een belangrijke bijdrage geleverd aan het doorprikken van een mythe.

Hier en elders neemt men inmiddels dan ook allerlei maatregelen om bezoekerstromen in te dammen, van het verbieden van Airbnb tot pogingen om toeristen te spreiden. Hier en elders is men tegelijkertijd nauwelijks opgewassen tegen de bijwerkingen van de globalisering, zoals de invloed van ‘low budget’-luchtvaartmaatschappijen of de aangewakkerde reislust onder inwoners uit opkomende economieën. Hier en elders heerst een eigenaardig taboe in deze kwestie: wie bezoekersaantallen werkelijk wil indammen en overtoerisme wil uitbannen, zal in termen van quota moeten denken. In sommige uithoeken van het toeristentrekpleisterparadijs is men inmiddels tot een dergelijke maatregel overgegaan en heeft men een maximumgrens aan het aantal bezoekers ingesteld.

Doen we dat niet, dan zullen, zoals in Venetië al het geval is, een aantal historische (binnen)steden in verweesde doorgangsgebieden veranderen waar geen local meer te bekennen valt. Dat zou de ‘living like a local’-firma toch ook aan het hart moeten gaan.