Martin Kuiper, NRC, 29-5-2019
Afgelopen vrijdagavond om elf uur liep Els Iping door de Damstraat naar het Rho hotel aan de Nes. Eigenlijk gaat Iping op vrijdagavond nooit de deur uit, zegt ze, „de stad is dan toch niet van ons.” Ze had afgesproken met de politie en een groepje vrijwilligers om de drukte en overlast op een deel van de Wallen te registreren. Ze zagen: schreeuwende jongeren, kotsende toeristen, wildplassende mannen, een mislukte drugsdeal én dertien vrijgezellenfeesten. Toen Iping later thuiskwam zei ze: „Jongens, ik kan er niet meer tegen: we gaan verhuizen.”

 

Die stap zet Iping, wethouder Wonen voor de PvdA tussen 2002 en 2010, voormalig voorzitter van stadsdeel Centrum en sinds 2014 bestuurslid van Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB), uiteindelijk niet. Ze houdt te veel van de Nieuwmarktbuurt. Maar het is wel een gevoel dat vaak opspeelt. Als Iping vroeger begon over de overlast in het centrum kreeg ze het verwijt de stad te „vertrutten”, vertelt ze. „Tegenwoordig zeggen ze: je was je tijd vooruit.”

Inmiddels het hele centrum
Oordeelden een paar jaar terug vooral bewoners van beide Burgwallen (Oudezijds en Nieuwzijds) negatief over de verwachte ontwikkeling (vervuiling, criminaliteit, verkeerssituatie, drukte, lawaai) van hun buurt, tegenwoordig denkt het complete centrum er zo over. Ook bewoners van de Jordaan, grachtengordel en Haarlemmerbuurt verwachten dat de leefbaarheid in hun buurt verslechtert.

Wat begon als een vlekje, zegt Jeroen Slot van Bureau Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS), beslaat inmiddels het hele centrum. De bevinding komt uit de Staat van de Stad 2019; het volledige onderzoek wordt later deze zomer gepubliceerd, nu licht hij vast een tipje van de sluier op. Het centrum heeft steeds minder de functie van werken, wonen en recreëren, zegt Slot. Er ligt meer nadruk op recreatie. Dat gaat niet altijd goed en zorgt soms voor overlast. Grootste overlastbezorger in 2017, volgens de monitor Wonen in Amsterdam 2017 Leefbaarheid: vervuiling; gevolgd door criminaliteit en parkeerproblemen.

Er zijn onderlinge verschillen tussen de stadsdelen. Terwijl in Nieuw-West en West juist „stijgende buurttevredenheid” is, daalt die in het centrum. Dat heeft met verschillende vormen van overlast te maken, weet Slot. De drukte op het water, de toeristische verhuur van woningen, razend druk fietsverkeer, een verschraald winkelaanbod (schoenen- en stofzaken verdwijnen en er komen wafelwinkels voor in de plaats – „de top der platheid”, volgens Iping). En toeristen. Heel-veel-toeristen. Iping: „Mijn buren slapen permanent met oordoppen in.”

Geen sociale cohesie
Daar komt bij dat een groeiende groep (jong-)volwassenen, tot 34 jaar, zich slechts kort in het centrum nestelt en na een paar jaar weer verdwijnt (10.000 personen tussen 2015 en 2016). Deze mensen investeren nauwelijks in hun woonomgeving, zegt Slot, de buurt heeft er niks aan. „Het tast de sociale cohesie aan.”

Iping herkent dat wel. 25 jaar geleden woonde er een Amerikaanse expat bij Iping in de straat – toen nog een uitzondering. Er was onderling veel contact, zegt Iping. Toen de Amerikaan na één jaar wegging, vertelt ze, „gaven we een feestje en hebben we erwtensoep voor hem gekookt”. Maar: „De expats die hier nu wonen bemoeien zich nergens mee.”

De gemeente probeert sinds een aantal jaar grip te krijgen op de drukte in het centrum, zegt Jeroen Slot van OIS, maar het ontbreekt ze aan „instrumentarium” en het is een „heel taai gevecht”. Voetgangerszones, meer handhaving op het water (minder mensen op een feestboot), gidsen die kleinere groepen rondleiden (vanaf 1 januari 2020 maximaal vijftien personen) en geen alcohol op straat moeten uitkomst bieden. En betere controle op Airbnb, aldus Slot. Nu zie je in sommige straten complete panden, zegt hij, met anonieme cijfersloten – allemaal vakantieverhuur.
Inmiddels klinkt er ook gemor uit omringende buurten, zegt Slot. In een deel van De Pijp en Oud-West zien bewoners de toekomst weinig rooskleurig tegemoet. Die buurten worden ook drukker, beaamt Iping. Zij denkt dat het „gemopper” over de buurt een gunstig effect heeft – samen vormen de buurten één blok. De gemeente moet dan wel maatregelen nemen tegen overlast, zegt Iping. „Wij geven niet op. Wij geven onze stad niet weg.”