Christiaan Pauwe, NRC, 14-6-2018

Vier jonge mannen staan even stil op een slecht verlicht stukje trottoir langs een universiteitsgebouw aan de Kloveniersburgwal. Een van hen krijgt een pilletje in zijn handen gedrukt. Na een korte blik stopt hij het in zijn mond. Een slok water om het weg te spoelen. En ze kunnen weer verder, richting het Rembrandtplein. Aan de overkant van de gracht is gegil te horen van een groep vrouwen, en het harde belgerinkel van een riksja die tussen de jonge dames heen slingert. Deze zaterdagnacht galmt ook net buiten de populaire Wallen het lawaai van feestgangers tussen de panden aan het brede water.

Na de groep lawaaierige vrouwen komen twee gasten aanlopen die de Onkelboerensteeg inslaan. Ze zijn duidelijk naar iets op zoek. De mannen slenteren door tot het einde bij de Zuiderkerk, twijfelen even, slaan rechtsaf en verdwijnen. Binnen korte tijd zijn ze weer terug en lopen deze keer terug tot halverwege de steeg. Een haalt zijn piemel uit zijn broek en begint op zijn gemak tegen de muur aan te zeiken. Er is geen politie of handhaving in de buurt te bespeuren. De ander staat op wacht en wisselt vervolgens met zijn buddy. Ook hij neemt zijn tijd, maar zodra een fotograaf de actie vastlegt, gaat de broek dicht en verdwijnen de twee in de nacht. Een grote, donkere vlek resteert op de stenen muur. Op de toren van de Zuiderkerk zijn de wijzers van de klok verlicht: het is 23.40 uur.

Wat zich afspeelt op de Kloveniersburgwal is voor bewoners van de Amsterdamse binnenstad een maar al te bekend tafereel: wildplassen, dronkenschap, het gebruikelijke lawaai en afval op straat.

Het idee is dat deze mannen advertenties van de campagne herhaaldelijk te zien krijgen, niet alleen op straat of in de tram. Dat begint al wanneer het bezoek wordt voorbereid: de advertenties staan op Nederlandse of Britse websites voor goedkope hostels, stag parties(vrijgezellenfeesten) en budget vliegtickets. Maar ook maakt de campagne gebruik van zogeheten ‘geofencing’ met gps: als de doelgroep het Wallengebied, Rembrandtplein, Leidseplein of het gebied bij het Centraal Station binnenkomt, verschijnen de advertenties op hun sociale media. Ook de verslaggever krijgt op zijn Instagram-tijdlijn een post. „Hoge nood?” staat er, boven een foto van een groene gietijzeren plaskrul op de Wallen, met toelichting dat op wildplassen een boete van 140 euro staat. Andere advertenties zijn gericht op geluidsoverlast of straatvervuiling. Amsterdam is misschien een open en tolerante stad, dat wil niet zeggen dat mensen kunnen doen en laten wat ze maar willen, is de boodschap. Dit jaar is 225.000 euro uitgetrokken voor de campagne. Amsterdam Marketing, de gemeente en het bedrijfsleven (waaronder Koninklijke Horeca Nederland, Schiphol en het Rijksmuseum) nemen elk een derde van het budget voor hun rekening.

Wie op een zaterdagavond rondstruint op de Wallen ziet de verschillende soorten publiek dat naar Amsterdam trekt. Toeristen met camera’s staan in de rij voor sekstheater Casa Rosso. Verspreid door het uitgaansgebied loop je tegen markante vrijgezellenfeestjes aan. Een groep Nederlandse mannen met roze pruiken loopt met bier en poppers over straat – de vloeibare drug die leidt tot een roes en populair is tijdens seks. Een man uit de groep gaat braaf in de rij staan bij een plaskrul, die een scherpe urinegeur verspreidt. Blowende toeristen zitten rustig aan de rand van de grachten, plastic en lege bierblikjes drijven in het water. Uit Café De Stoof aan de Oudezijds Achterburgwal klinkt gezang. Roedels mannen joelen naar de schaars geklede prostituees achter de ramen. Maar ook een ouder echtpaar loert naar de vrouwen onder de rode lichten. Twee agenten worstelen zich op hun fiets door de mensenmassa.

In 2016 begon de gemeente, onder leiding van wijlen burgemeester Van der Laan, het zogeheten Binnenstad Offensief. Er werd meer politie en handhaving ingezet om de stad leefbaarder te maken. Uit tussentijdse rapportages van de gemeente blijkt dat criminaliteit op straat zoals zakkenrollerij en de verkoop van drugs sindsdien ook teruggelopen is, maar dat het aantal meldingen van overlast toeneemt. Alleen al in het Wallengebied werd het laatste kwartaal van 2017 581 keer een melding gedaan bij de gemeente en politie. In dezelfde periode een jaar eerder was dat nog 325 keer. Als mogelijke verklaring geeft de gemeente dat het melden van overlast makkelijker is geworden via sociale media.

Maar volgens buurtbewoner Bert Nap is het duidelijk dat de overlast ook is toegenomen. „Je meet het aan de bloeddruk. Die voel je in de buurt stijgen.” Meer toerisme zorgt automatisch ook voor meer overlast op straat. En waar het toerisme in de stad gemiddeld met 4 procent per jaar toeneemt, is dat percentage op de Wallen 6 procent, blijkt uit gemeentecijfers. „Maar vooral het gedrag hier in de buurt schiet heel veel bewoners in het verkeerde keelgat.”

Nap woont al 40 jaar op de Wallen en is als geëngageerde bewoner ook betrokken geweest bij de anti-huftercampagne. Hij concludeert dat Amsterdam het imago heeft gekregen van een stad waar alles kan en alles mag omdat jarenlang niet genoeg is gehandhaafd. En daar spelen de horeca en evenementenbureaus weer op in, bijvoorbeeld door de steeds populairder worden vrijgezellenfeesten te organiseren.

‘De excessen, daar zijn we klaar mee’

„We weten donders goed waar we wonen”, nuanceert Nap. „Het is geen stille buurt; lawaai en drukte kunnen bewoners verdragen. Maar de excessen, daar zijn we klaar mee.” De nieuwe campagne is volgens hem een goed signaal voor de buurt: het gaat om de erkenning dat de Wallen ook gewoon een woongebied zijn, en de actie kan helpen om het imago van Amsterdam te veranderen. Wel vreest hij dat het weinig succes zal hebben als de handhaving – de campagne dreigt met hoge boetes – uitblijft. Er wordt nu veel te weinig gehandhaafd, vindt hij. „Als het hele verhaal fake blijkt als je aankomt in Amsterdam, dan heeft de campagne geen zin”, zegt Nap.

Het nieuwe gemeentebestuur maakt in de begroting meer geld vrij voor het probleem. In totaal gaat het budget voor de aanpak van afval en de handhaving in de openbare ruimte van 9 miljoen euro in 2018 naar 25 miljoen euro in 2021. Hoeveel daarvan ingezet zal worden om hufters op straat aan te pakken, is nog niet duidelijk. Amsterdam Marketing is voorzichtig over het resultaat van de nieuwe campagne: „Uiteindelijk is het doel om overlast te verminderen. Gedragsveranderingen realiseren kost helaas tijd, geld en een lange adem.”

Na twaalven slentert een tiental bezopen Britten midden op straat over de Kloveniersburgwal – langs de allengs meer naar urine stinkende Onkelboerensteeg – richting de Nieuwmarkt. Wanneer een fietser belt om erlangs te komen begint de groep luid te zingen: „Move, bitch get out the way”. De mannen zijn onopvallend gekleed, op een zeldzaam exemplaar na. Hij draagt een haarband, een gele net-tanktop en een regenboogkleurige rokje. In zijn hand heeft hij een rood zweepje – een souvenir van een pikante dagactiviteit. Een volgende fietsbel wordt beantwoord met meer gejoel.

Aangekomen op de Nieuwmarkt strompelt de extravagant geklede man naar de grijzen glasbak op de goed verlichte hoek. Hij haalt zijn piemel uit zijn broek en begint in het zwarte gat te plassen dat bedoeld is voor lege flessen. Zijn vrienden en langs lopende toeristen lachen om de scène en maken foto’s. Na een goeie minuut is hij klaar en beweegt de groep zich verder over de Nieuwmarkt. Ongestoord lopen ze langs een politiebusje dat net het plein op komt rijden.

Bij het aanspreken van de man in het jurkje krijg ik een arm om me heen geslagen. „De vader van mijn vriendin heeft ingestemd met het huwelijk”, zegt de Brit met glazige oogjes. „Maar hij is er vandaag gelukkig niet bij. Als hij er wel zou zijn, zou hij nee zeggen.” Eerder op de dag is hij door een ‘dominatrix’ (SM-vrouw) aangepakt, vandaar het rode zweepje. Dan moet de man in het rokje weer door, omdat hij bang is zijn vrienden te verliezen. „En ik heb geen kamer, geen sleutel, geen geld. Alleen nog mijn waardigheid”, lacht hij voordat hij de Zeedijk in hobbelt, de nacht in. Het feest gaat door.